DE CONCLUSIONE

En zie -- bij nacht en fluisterregen
Wacht zij onder elke lamp
Op hen aan wie het holle leven
Nimmer gaf, alleen ontnam --
Aarzel niet. Gij zijt de man.
De tijd is daar. "Kom, laat ons dansen,"
Zegt Ze, en Haar ogen glanzen
Heilig, heilig als de band
Ontstaan in deze samenstand.

Want Zij bestiert de witte bronnen
Waar het leven is begonnen,
Geeft ze U ter wille prijs --
Drink dan, zwerver! Dans met Haar:
Zij voert U terug naar 't paradijs.

(laatste twee regels herhalen tot fadeout)



de moeder de koe - I - II - III - IV - V