DE MATRE FAMILIAS

Als de huisbaas met een knuppel
Aanklopt, om z'n centen vraagt,
En de buurman van beneden
-- Die al zovaak heeft geklaagd --
Jubelend zes planken zaagt:
Lach erom! G'hebt niets te duchten!
Neem de regenpijp ter vlucht en
Warm U aan de melk der Maagd,
De liefde die Zij in zich draagt!

Als Uw lief, Uw teerbeminde,
Zich met anderen verdraagt,
Telkens om haar pink blijft winden
Al wat 't manziek lijf behaagt
En gij het kantwerk dat zij draagt
Keer op keer weet terug te vinden
Tussen de lakens van Uw vrinden:
Drink dan! Laat tot in den kraag
Omhelzen U de gloed der Maagd!

Want nimmer laat Zij hen die dorsten
Naar de troost van moederborsten
Tevergeefs beroep doen op de
Volle uiers die Zij torst
En des winters, als er norse
Noordenwinden neerslag morsen,
Heeft Zij erwtensoep met worst.



de moeder de koe - I - II - III - IV - V