BALLADE VAN HET STIL VERDRIET
Er was eens ooit een lang geleden
en een voetstap in het zand
toen een zachte lach - haar hand -
ongevraagd zijn haren streelde
Er was eens ooit een eerste morgen
in een groter, leger land
waar een wachter zocht naar wat
er in haar glimlach was verborgen
Er was eens ooit een zomerochtend
waar de wind zacht voor hen zong,
langs het water, waar het vochtig
ochtendlicht zijn lach begon
Er was eens ooit een lang geleden
nooit vergeten vreemde pijn
om een weg die werd vergeten -
't stille pad voor altijd kwijt.
(Uit "Witness")
210888