VLIELAND

Blauw marmer nadert tot violet.
Daaronder de zee, en het eindeloos dreinen
als rijen en rijen van rijdende treinen,
's nachts, in de verte. Een murmelgebed

van hemel en aarde.
                 Een zender verzet.
Het regent en regent. Ik kan je niet horen.
Op iedere golf ruis. Nog geen scháduw van woorden.
Ik kan je niet vinden.
                   Ik ben je weer kwijt.


(260389)




030489