THE SFINX AND THE FLOWER

- dreamsong -


I.

Zij is er in afwezigheid:
zij is er niet.

                     Beneden
staat onverwacht de sfinx. En rijt
haar prooi in felle tederheid
uiteen.

                             Zíj is verdwenen.



II.

"Misschien ben jij mijn oceaan,
en ik slechts een der meeuwen
die altijd eeuwig verder gaan
of op jouw huid te pletter slaan
in eenzaamheid. Als sneeuw.
                                                 En
Misschien zie ik alleen mezelf,
weerspiegel jij mijn beelden."

Ze lacht.

Misschien.
Misschien ook niet.

Ze scheurt de nacht in tweeën.



III.
Elke kus een zilverstuk:
ik raap ze van de straten

en tel ze als ik wakker ben -
'k heb elk van u verraden.


(24/251288)




251288