Verdeel de N getallen m1 t/m mN over N personen p1 t/m pN. Laat de personen p1 t/m pN ieder volgens een constant ritme in de handen klappen, en wel zodanig dat persoon pi per mi tijdseenheden een klap ten gehore brengt; laat de personen p1 t/m pN bovendien op hetzelfde tijdstip t = t0 beginnen met klappen. Maak zelf een rondedansje, zing een vrolijk lied, en tel het aantal tijdseenheden dat sinds het tijdstip t0 verstreken is.
Er zal nu een tijdstip t = tK aanbreken zodanig dat de N personen p1 t/m pN op dit tijdstip tK allen een handklap ten gehore brengen. Het Kleinste Gemene Veelvoud van de N getallen m1 t/m mN nu is gelijk aan de waarde van het getal BK (= B(tK)). |