VERWILDERING

's Nachts, in bed, met een sigaret
is het net of ik niemand meer ben:
ligt er een donker en dood silhouet
waarin ik me niet meer herken.

Te vondeling zonder naam of stem,
bang voor de wind aan het raam;
spartelend slachtoffer in de klem
van alles waarvoor ik me schaam.

Hoe het bij dag ook soms lijkt dat wij
wellicht ooit onszelf nog tezamen dromen:
het is er niet. Was er niet. Zal er niet zijn.

Ik ben niet meer dan een schaduw. En jij,
die het licht bent waaraan ik ontsta, doet mij
al teloor gaan door enkel dichtbij te komen.




e-mail aan Rob Prins, 120499