TOELICHTING

Hieronder volgt tekst die voor sommigen verwarde onzin zal lijken, bij anderen af een toe een glimlach van herkenning zal oproepen en voor een kleine groep lezers werkelijk herinneringen naar boven zal brengen. Laat echter duidelijk zijn dat voor Homme iedere zin ondubbelzinnig zou verwijzen naar volkomen bekende zaken. Om toch de lezer niet volledig in het duister te laten tasten, de volgende beknopte toelichting:
Ik kan hier geen stukje schrijven over wie Homme was.
Ten eerste kan dat geen 'stukje' worden, want om het beknopt te houden zou ik mijn toevlucht moeten nemen tot al die bekende tekstuele slimmigheidjes die in een paar woorden lijken samen te vatten wat ik bedoel. Dat kan ik niet, niet bij iemand als Homme. Ten tweede is de wond nog te rauw om me aan een letterlijke beschrijving van zijn kwaliteiten te wagen; ik leef nog in de wereld van beelden en gesprekken die binnenvallen, in een kluwen van associaties. Dus waarom die niet benut, want ze zeggen zoveel over hem en over ons. Bewust heb ik er geen gedicht van gemaakt, want ik wil hem niet beledigen en mijzelf niet in een vorm dwingen.

NACHT OP DE RAND VAN DE KRATER

Als we bij elkaar komen kleurt de hemel in het westen een zacht rood, boven het versteende woud in het oosten zijn de eerste sterren te zien. Zonder omhaal gaan we zitten op de rand, slechte grappen makend, terwijl dampende koppen koffie ons tegemoet komen. Je vertelt meteen een verhaal, een mysterie uit dit land, over Cooper die zoekt naar een Japanse vrouwelijk electrotechnisch ingenieur. Uit de diepte klinkt ondertussen een vaag muzikale dreun die ons tot huilen doet lachen: Krokus rides again ! Helaas komt een boze toezichthouder klagen, zodat we gedwongen zijn de muziek te temperen. We zetten maar iets rustigs van Pancake Avenue op, en je gaat verder met het verhaal dat nu ook mijn verhaal is geworden . Het leidt naar de torens van Schemerwoude, over the Lost Highway, naar de plaats waar je vandaan kwam. Iets verandert in je stem, ik begrijp dat we nu op ander terrein komen, maar we praten ons er een weg door. En het verhaal hervat zijn ritme, Dale is nu op de Titanic beland, en we drinken opgelucht verder. We zien hoe boven ons een Saturn V snel kleiner wordt. Vincent zou vast kunnen uitleggen hoe dat komt, maar voorlopig kijken we liever naar de sporen van Leoniden die de rotsen om ons heen in heldere flitsen doen oplichten. Alhoewel de boot zinkt, zijn er seinen voor de eeuwigheid gegeven, dus Coop weet waar de uilen naar toe leiden. We besluiten een intermezzo in te lassen door vuurpijlen de krater in te sturen. Alhoewel ze slechts een laf geluid maken alvorens met een nauwelijks hoorbare plof te landen, zijn ze een goede inleiding van de nacht want ze verlichten de donkere hoekjes van het verhaal niet onnodig. Ook ik ben nu in een moerassig gebied daarvan beland, en terwijl ik mijn laarzen uit de zuigende rotzooi probeer te trekken breng je mij een Quincunx die balans helpt terug te brengen. Als ik de harde rotsen weer onder mijn voeten voel, ontdekt de nachtwaker ons, roept "Nou moe!", maar rijdt gelukkig snel verder. Het langzaam wegstervende geluid van zijn radio is een teken van de tijden. Terwijl je vertelt dat Dale nu hulp zoekt bij een bevriende tijd-ruimte agent, besef ik dat je dit verhaal nooit op zult schrijven, hoe graag je dat ook zou willen. Je zegt dat hier je problemen werkelijk beginnen. Koortsachtig proberen we het daarom af te maken, en je verbaast me als altijd door Cooper te wijzen op jouw klok. Die oplossing was er voortdurend, maar er was een oog voor nodig dat werkelijk zag.
Voldaan leunen we achterover en bewonderen het vage schijnsel in het oosten en de ondergaande sterren boven de San Francisco mountains. Je gaat staan en , balancerend op de rand, wijs je naar hun meervoudige pieken. Even kijk ik weer in de diepte, en zie hoe het eerste zonlicht de wand van de krater bereikt. Je zet een stap, terwijl ik denk: de bergen zullen voor je zingen, Homme.


Hans de Boer
06/01/2000, Rotterdam




dag zeggen, 08012000