MY LITTLE PONY

- 'n lentesotternie -

What's up? Er wentelt door de straten
en gek geworden wind voorbij
als wit gelamte in een wei
van boterbloem en dolle klaver

en weer keert op het groen getij
de geur van gras en stromend water -
gonst er goud in 's wonings raten
het licht niet? als een honingbij?

Ik zag de maan ter middernachte,
vol van zomers licht. Ze - làchte;
sterren bloeiden in haar hand.

De morgen kwam. In blauwe vlammen
zag ik al mijn smart verdampen -
brandt men hènnep op het land?

Er groeit een boom tot aan de sterren
waar 't gans heelal vandaag op hangt.
Er vaart een schip met blauwe zeilen:
de zon klimt in het lichte want.