CASSANDRA

Er hees een bleke maan vannacht
een bleke droom een zwarte vlag:
ik voel de rafels aan de randen
van mijn denken -
                                 en ik dacht
de kaarten in mijn mouw te kennen:
maar je huilde om een dode,
om een vreemde - ik zag
hem naast je staan, z'n angstig lachen:

of hij hier verkeerd beland was,
maar heel goed wist op wie je wachtte.

Er hees een bleke maan vannacht
een bleke droom een zwarte vlag:
ik hoor de rafels klappertanden
als een akelig bekende lach.