PERSEPHONE

In deze avond, rijp en zwaar
als tarwe, gaan de sterren glanzen
van een overschot aan kansen.
Achterstanden breken open,
zevenmijls, om in te lopen;
eenzaamheid en hemelstaar
ontgrendelen hun kiemvermogen.

Nachtwind helt in mij over,
duizeling van huid en haar.

Er knarst een maalsteen van verlangen,
oud en onoplosbaar.