VOOR DE OVERLEVENDEN

De avond valt - een beker zoete wijn
stroomt leeg in de straten. Het licht verdwijnt.
Het water stijgt uit ondergrondse tijden,
het water sluit. De nacht verzwijgt.

Een kurken maar komt bovendrijven
op een flessegroen getij -
in een laatste vlaag verlaten
gaat een zomer lang voorbij:

de nacht is voor de stille dingen,
de herinnering aan wat al bijna verdwijnt

- de wereld een woud van verdronken bomen -

de nacht is voor verloren dromen:
wat al zolang is verdwenen
dat het nooit meer terug kan komen -

zo is het ruisen van de nacht
en zo is het ruisen van de bomen

in het donker sluit de dood, een
fluistert in fluwelen tongen
van de dingen die gaan komen -

ik heb mijn woorden in stelling gebracht:
ik hou de wacht, in de hoge zomer
onder de sterren, de late nacht.

- En wat zal er morgen zijn overgebleven?

Ik zal mijn woorden de vrijheid geven:
misschien dat ze mij overleven.




100690 - 030790