LA MORTA

- des duivelsch oorkussen -

Oud en somber was de nacht, nog ouder dan de tijd:
nog altijd speelden hij en ik om de sleutel van het rijk.

Zwijgend schudde hij het spel, en deelde dertien kaarten -
ik nam ze een voor een ter hand. Een waaier van respijt.
Toen weer verder, als voorheen. Ik telde stil de slagen:
een slag voor hem. Een slag voor mij. Een onbesliste strijd.

Zo ging het tot de laatste kaart - ik wist mijzelf verslagen:
ik hield nog een kaart over; zonder cijfer, zwart nog rood -
en de kaart zonder naam gaat verloren aan het einde,
want de kaart zonder naam is de troefkaart van de dood.

Zo gooide ik mijn laatste kaart - ik heb niet eens gekeken:
hij hield zijn hand al vragend op, een grijns op het gezicht.
Zo gooide ik de laatste kaart - en zag de dood verbleken:

op tafel lag een nieuwe kaart. Een wonderbaarlijk teken.
Een paaskaart, zonder signatuur. - Uit ondergrondse kreken
klonk er buiten zacht het ruisen van het eerste licht.




??0490 - 100690/080790