DE DINGEN DIE VOORBIJGAAN

Nog een keer in het hoge gras -
nog een keer. Op mijn rug. En boven
al de sterren langs zien drijven
op de stromen van het oosten
voor de allerlaatste keer

en weer een donker schip te worden
op het ruisen van de morgen -
een keer nog een naam te horen
en alleen, alleen te wezen
met de doden en de wind

en te huilen om mijn handen:
leeg, zo weerloos. Zo vreselijk blind -

- dit zijn de dingen: dit zijn de prille dingen
die ik ooit heb leren kennen - het beklimmen van de dag
op een heupflacon jenever, op een rammelhart vol scherven -

langs de oevers van het maanlicht, in een langverloren zwerven
met de dood en met het leven. En het leven als een lach.


Geef me weer de woorden die ik toen heb laten vallen,
geef me weer een wereld op de punt van pen en blad.




??0490 - 190590